Pasen

‘Ik wens jullie vrede!’

Half maart waren wij drie dagen in de Duitse stad Keulen. Eindelijk een keer die prachtige Dom bekijken en het was nog mooi weer ook en dan is het heerlijk aan de Rijn. Het leeft, het is water en een mooie plek daarbij met een geweldige diversiteit aan mensen. We waren met de trein gegaan, dat is lekker rustig, maar dat pakte een beetje anders uit. Op de terugweg bleek dat er een ongeluk op het spoor had plaatsgevonden nog net in Duitsland, richting de grens. Dat betekende dat we met de trein terug moesten en heel Nederland door kwamen. En het werd spannend: zouden we de laatste trein die uit Arnhem vertrekt of uit Zwolle wel halen? Ben ik morgenochtend op tijd in Hellum voor de dienst? Het is gelukt.

Dat alles valt in het niet bij het nieuws dat ik de zondag erna op internet zag voorbijkomen. Een meisje van 6 was in Keulen in de Rijn gevallen en een man probeerde haar te redden: zijn lichaam was nog niet gevonden, het meisje was overleden in het ziekenhuis. Een drama. En dan wordt zo’n lange reis met een late thuiskomst een cadeautje, want je bent ondanks alles gewoon thuis gekomen en je kunt weer je gang gaan.

Het hoort kennelijk bij het leven dat ongelukken gebeuren. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we dat zomaar moeten accepteren, maar leven en risico’s blijven met elkaar verbonden. In de veertigdagentijd staan we voor mijn gevoel vooral stil bij die risico’s en dan ook nog vooral de risico’s die we zelf nemen of die we inbrengen: want onze boosheid kan een grens overgaan, net als onze verontwaardiging; onze liefde kan zo maar omslaan in haat, zo lezen we en maken we mee in landen om ons heen; mensen kunnen zo maar tegen mensen opstaan. Daar staan we bij stil in de tijd dat we onderweg zijn na Pasen. En dan, met en na Pasen vieren we dat al die ellende, dat de risico’s niet het laatste woord hebben.

Jezus komt na de opstanding, zoals Johannes het vertelt in ieder geval, midden tussen Zijn leerlingen staan en zegt: ‘Vrede wens ik jullie’.  Jezus roept mensen op om op te staan, voortdurend. En ik ben altijd weer geraakt door de woorden van Oosterhuis dat opstanding het beste is dat je met je leven kunt doen. Hij zegt dat vooral vanuit de optiek van mensen die hun best doen om in te staan voor anderen en zo een gemeenschap van liefdevolle toewending vormen. En voor mij is Pasen vooral die hoopvolle boodschap, namelijk dat we ons niet hoeven neerleggen bij wat er gebeurt, maar dat we vanuit de liefde van God voor ons mensen hoop mogen houden op een menswaardig bestaan.  Jezus laat zien dat het niet zonder verwondingen gaat, verwondingen die ook na opstaan zichtbaar blijven en je als mens tekenen.

Pasen, de hoopvolle mededeling, het hoopvolle Woord dat het anders kan, verbonden met God die ons niet laat zitten en in gedachten dat verhaal aangaande Jezus dat doorgaat. Zeker, ik weet het ook wel, de verwondingen blijven komen, graven blijven dicht, cellen blijven op slot en mensen blijven elkaar doden. Het is onnatuurlijk dat een dode opstaat, dat cellen opengaan en mensen vrede stichten met elkaar, zo lijkt het. Maar dat is wel wat Pasen wil bewerkstelligen, wat in Gods Naam kan gebeuren.

Ik denk aan de betrokkenen bij het drama in Keulen.  Aan betrokkenen bij drama’s dichterbij. Ik hoop dat wij elkaar kunnen doen opstaan, vanuit de geestkracht van de liefde, vanuit de ruimte die God ons blijft bieden om te gaan, als mens, als gezegend mens. Dat is niet eenvoudig, maar misschien kunnen we leren van de komst van de verwonde Jezus in het midden van de leerlingen: ik wens jullie vrede. Verwond en al. Ik wens u allen een vredig en gezegend Pasen.

ds. Jan Hommes