Laat de kinderen tot mij komen

MEDITATIE

Daarop brachten de mensen kinderen bij hem, ze wilden dat hij hun de handen zou opleggen en zou bidden. Toen de leerlingen hen berispten,  zei Jezus: ‘Laat de kinderen ongemoeid, belet ze niet bij mij te komen, want het koninkrijk van de hemel behoort toe aan wie is zoals zij.’ En nadat hij hun de handen had opgelegd, trok hij weer verder.

Mattheus 19: 13-15

Het is een bekende uitdrukking geworden: ‘Laat de kinderen tot Mij komen’. Toch is dat niet wat mij heeft doen besluiten deze tekst als uitgangspunt voor mijn meditatie te nemen. Het gaat denk ik niet alleen om de kinderen, maar om alle mensen die het nodig hebben ergens een plekje te vinden waar ze zich veilig en geborgen kunnen weten, een plekje waar je gezien en gehoord wordt als mens zoals je bent, als kind van God. En dat is voor ons allemaal zo fundamenteel, maar het staat op alle mogelijke manieren ook zo onder druk. En dan is het van het grootste belang dat de leerlingen niet mensen berispen die mensenkinderen bij Jezus, bij de gemeente, bij ons brengen om hen de handen op te leggen en met hen te bidden. Integendeel: het Koninkrijk van God is nabij, omdat ons de mogelijkheid wordt geboden elkaar te dragen door het leven dat we leven.

Ik zie in onze kerkelijke gemeente en in onze samenleving daar misschien wel de grootste bedreiging op dit moment. Mensen gaan zich onveilig voelen en niet meer thuis bij elkaar, omdat we het moeilijk vinden elkaar te dragen en elkaar van harte uit te nodigen te schuilen bij elkaar. Wie weet wat je in huis haalt; en je kunt toch niet zo maar iedereen binnen laten. Dat dachten de leerlingen bij Jezus ook, maar Hij maakt geen onderscheid, gaat ook niet eerst op onderzoek uit of er sprake is van schulden of een strafblad, van herhalingsgedrag of wat dan ook. Jezus neemt op. Jezus nodigt uit. Jezus steekt de handen uit naar hen die dat nodig hebben en dat doet Hij onvoorwaardelijk en zonder intake-gesprek.

Wat de leerlingen doen is meer van ons. Wij wijzen groepen aan waarvoor we het moeilijk vinden om ze zo maar toe te laten: mensen die anders geloven dan wij; mensen die anders geaard zijn dan wij; mensen met een smetje of een beperking.

Ik vermoed dat er ook meer is dan wij op dat terrein weten. Het schijnt dat er veel huiselijk geweld plaatsvindt: juist de plek waar mensen zich het meest thuis zouden moeten voelen, zich veilig moeten weten gaat het mis; en dat geldt helemaal voor kinderen. Geweld in de zin van agressie, maar ook seksueel geweld. Daar horen we weinig over, maar het schijnt veel meer voor te komen dan aan de oppervlakte komt.

En ik denk ook aan de mensen die leven in gebieden waar IS op dit moment aan een opmars bezig is. Zij gebruiken zo veel geweld, dat niet alleen zij die rechtstreeks getroffen worden getraumatiseerd worden, maar de omgeving nog des te meer. En zulke ervaringen ontwrichten gezinnen, dorpen, een samenleving en wel tot in lengte van jaren.

Wij worden opgeroepen moeite te doen om ons bij elkaar thuis te voelen, om een omgeving te creëren die voor mensen veiligheid biedt, geborgenheid om er te kunnen zijn. En het scheppen van een dergelijke omgeving heeft voor mij alles te maken met het zichtbaar maken van Gods Koninkrijk, dat Koninkrijk der hemelen, waar Mattheus over spreekt. Ik hoop dat wij ons geborgen weten bij elkaar en dat andere mensen dat ook aan ons zien en merken en datzelfde kunnen ervaren wanneer dat toevallig zo uitkomt.

‘En nadat hij hun de handen had opgelegd, trok hij weer verder’.

Ds. Jan Hommes