Kolossenzen 1: 8

MEDITATIE

‘En hij heeft ons verteld over de liefde die de Geest in u opwekt’.     Kolossenzen 1: 8

Het gebeurde op twee plekken in Nigeria; dat een tienjarig meisje met bommen omhangen zichzelf liet ontploffen op een marktplaats. De ene keer was het een plek waar het wat drukker was dan de andere keer, maar in beide gevallen slachtoffers, onschuldige mensen. Maar wie doet zoiets? Wie zorgt er voor dat een tienjarig meisje zulke dingen doet? Ook hier staan mensen op om te zeggen dat het ‘de islam’ is die het uitlokt, omdat mensen het paradijs in het vooruitzicht wordt gesteld en ze wordt beloofd dat ze martelaar zullen zijn in de gemeenschap. Het is eenvoudigweg crimineel en onmenselijk gedrag om dit anderen te laten doen. Het houdt maar niet op. Er is voortdurend een dreiging van oorlog en geweld, van terroristische aanslagen en zo nu en dan wordt de beveiliging opgevoerd.

Is dit nu iets wat je in een meditatie voor het kerkblad ter sprake brengt, want het is een werkelijkheid waarin we zitten en we kunnen er toch weinig aan doen? Het zit me wel hoog, omdat er mensen zijn die hier achter zitten en niet in beeld zijn, mensen die het niet doen vanwege godsdienstige motieven, maar omdat ze uit zijn op macht en geld, aanzien en status, tenminste dat denk ik, want ik ken ze ook niet. En voor hun eigen motieven gebruiken ze God.

En we kunnen wel iets, blijf ik hopen. De brief van Paulus aan de gemeente in Kolosse laat een tegengeluid horen denk ik. Paulus begint zijn brief zoals altijd met een groet: Genade zij u en vrede van God, onze Vader.  En dan meteen een dankgebed en later een voorbede. Bidden. Helpt dat in omstandigheden waarin mensen andere mensen opofferen, kinderen van tien? Wanneer ik de brief van Paulus lees dan zou dat best eens zo kunnen zijn. Bidden betekent in mijn beleving niet dat we het aan God overgeven en Hem de wereld op orde laten brengen, zo werkt dat niet. Bidden betekent vooral een ruimte vinden in jezelf om de dingen los te laten die je kunnen beheersen en aanzetten tot zaken die je niet zou moeten doen en dan bedoel ik macht en aanzien, status en geld en de overtuiging dat je toch vooral goed moet overkomen bij de mensen om je heen.  Bidden betekent een besef van overgeven aan Hij die groter is dan wij. Niet om orde op zaken te stellen, maar om vertrouwen te winnen dat de liefde sterker is, zo hebben we in Jezus leven mogen ervaren.

Paulus spreekt een dankgebed uit, vanwege de hoop die de gemeente inzet in de samenleving. En hoop heeft alles te maken met de verwachting bij wat komen kan, aan liefde en vrede, aan het goede. Hoop wordt verbonden met ‘gewilde’ toekomst, zo schreef iemand en ik zeg diegene dat na. Het is de hoop die wij in ons dragen en die we inzetten om te komen tot een leefbare wereld. De gemeente in Kolosse geeft daarvoor een aanzet, zo zegt Paulus, en hij dankt daarvoor in een gebed.

Hij doet ook voorbede om vol te houden, want het is niet zo maar voor elkaar en hij gebruikt daar woorden als volharding en je verbinden met God en met de mensen om  je heen. Dank voor de liefde die de Geest in jullie opwekt en die de gemeenschap in Christus ook uitstraalt kennelijk. Het gaat over genade en dat betekent ontvangen van vertrouwen, geloof, liefde; maar tegelijk ook weet hebben dat je zelf dat geschenk moet accepteren en oppakken. Voorbede om de rijkdom die je van Godswege kunt ontvangen als een tegenstem en tegenkracht kunt inzetten in de wereld waarin wij leven. Om mensen te bewegen meisjes van 10 te laten opgroeien in liefde, ze onderwijs te geven en mens te laten worden zoals ze bedoeld zijn. Die vrede. En daarvoor is een innerlijke vrede noodzakelijk. Zo versta ik de roepstem van Godswege.

Ik denk dat een besef van afhankelijkheid van elkaar en van wat we kunnen ontvangen van God en daarbij de wetenschap dat wij feilbare en beperkte mensen zijn noodzakelijk zijn om te kunnen volharden, om dat geschenk van Gods genade ten volle te kunnen inzetten.

ds. Jan Hommes