Interview Paul van Vliet en stuk Thijs Wöltgens

Paul van Vliet

BRIEF AAN GOD
“Vorig weekend heb ik een brief aan God geschreven voor het radioprogramma Brieven aan God. Ik liet het lezen aan Lidewij, mijn vrouw, en die zei: ‘Dat is een heel andere manier van schrijven. Wat is dat mooi!’ Dus dat is misschien de eerste voorbode van hoe ik ga schrijven.”
Hij kijkt schuin omhoog, een blik in de verte, en er valt een lange stilte onder de ruisende kastanjebladeren.

Is er iets van de religie van vroeger thuis gebleven?
Nee, niet zoveel. Ik ben hervormd opgevoed en ik heb de kerk en God een beetje losgelaten toen ik het huis uit ging. De laatste tien jaar van zijn leven was mijn vader alleen. Ik ging iedere maandag bij hem eten en dan las hij uit de bijbel. Dan baden we ook samen voor de familie, voor vrienden en voor mensen die het moeilijk hadden. Als ’ie dan klaar was, zei ’ie: ‘Jongen, zul je het niet vergeten? Zul je het wel blijven vasthouden?’ Dan zei ik: ‘Ja vader, natuurlijk’. Een leugentje om bestwil.”
“Ik heb in die brief aan God geschreven dat ik in de komende tijd veel zal moeten loslaten. Dat hoort natuurlijk ook bij dat nieuwe begin. Afscheid nemen van. Van de grote shows, van het toneel, van de theaters die toch mijn huis zijn geworden in die vijfenveertig jaar. Die roes van dat leven en ook van dat succes, de bekendheid, het erbij horen. Dat wordt steeds minder en dat is normaal. Maar je moet het kúnnen. Ik schreef aan God: ‘Ik ben benieuwd door wie de vrijgekomen ruimte zal worden opgevuld. En het is heel goed mogelijk dat ik u daarin uiteindelijk zal ontmoeten. Tóch weer. Niet in een rechtstreekse dialoog, maar we zien wel hoe u er dan uitziet.’ Ik heb geschreven: ‘Ik zal u niet kunnen herkennen aan een rode roos in uw linker knoopsgat of de NCRV-gids onder de linker arm. Ik zal weten dat u het bent als ik me onvoorwaardelijk heb overgegeven en mijn eenzaamheid verdwenen zal zijn.’ Dat is een beetje hoe ik nu over God denk.”

Thijs Wöltgens

Is dit nu een brief aan Jou, Lieve Heer ? Of is het meer een dialoog met mezelf? Wat ik van de filosofen heb geleerd is de onbereikbaarheid van God. We kunnen Hem alleen maar aanspreken in onze taal. Er zit dus wel iets in de Joodse traditie om God naamloos te houden. Gelukkig is er ook een kenbare God, de God, die we herkennen in de Ander. Die Ander kan ook de Kerk zijn, maar dan in haar gedaante van goedwillende, maar feilbare gelovigen. Een menselijke Kerk. Het mooie van het Christendom is, dat God mens geworden is. Daarom Lieve Heer, is dit een brief voor mensen zoals Jij en ik. ”Belangstelling voor de Ander, zorg voor de Ander en de openheid je door een Ander te laten overtuigen zijn misschien wel de meest kenmerkende eigenschappen van Thijs Wöltgens.