2 Koningen 2: 23 en 24

MEDITATIE

Van Jericho ging Elisa naar Betel. Toen hij naar de stad omhoog liep, rende een troep kinderen op hem af die hem uitlachten en schreeuwden: Kaalkop, ga op, kaalkop, ga op!En Elisa keek om en toen hij de kinderen zag vervloekte hij ze in de naam van de Heer. Meteen kwamen er twee berinnen uit het bos die 42 van de kinderen verscheurden.

 

Maandag 11 mei werd in het dagblad Trouw aandacht besteed aan teksten uit de bijbel die mensen liever overslaan, omdat ze moeilijk te begrijpen zijn. 42 Berinnen die kleine kinderen doden, omdat ze de profeet Elisa hebben bespot, ja, hoe leg je dat aan mensen uit? Moeten we nu echt horen dat in naam van God kinderen worden gedood? Ik denk het niet, ik kan me daar niets bij voorstellen. Dan kun je natuurlijk zeggen: moeilijke tekst, slaan we over. Maar het zou ook kunnen dat je het niet op die manier moet lezen, als historische werkelijkheid.
Piet Schelling waagt een poging: ‘De profeet signaleert dat de inwoners van Betel, waar de jongens vandaan komen, het goede dwarsbomen. Daarom slaat het kwade –  de beren – toe. Maar de toekomst (verbeeld in de kinderen) is niet geheel verloren, want niet 7 x 7,maar 6 x 7 kinderen worden gedood, niet de volheid, maar er blijft juist ruimte over. Er blijft hoop, zo wil het verhaal ons meegeven. Natuurlijk, het beeld blijft vreselijk en zo willen we dat niet horen. Maar het verhaal vertelt iets anders dan er staat.

Het viel mij op, omdat ik er van overtuigd ben dat de manier waarop wij de verhalen in de bijbel lezen erg belangrijk is. Het bepaalt heel veel over hoe wij geloven en in Naam van God dingen doen of niet doen. Elisa is een profeet, die de taken van Elia overneemt. Hij is degene die met de mantel van Elia op het water sloeg en doorgang kreeg. Hij loopt nu omhoog, niet voor niets omhoog. En profeten proberen iets duidelijk te maken. Ze kijken verder dan wij vaak kunnen, menselijkerwijs. En Elisa ziet dat de toekomst van Betel op het spel staat, door de houding van mensen. Dat is wat de schrijver duidelijk wil maken. De toekomst is in het geding, door de mensen zelf. Maar we worden niet losgelaten, we worden niet aan ons lot overgelaten. Hij blijft nabij, met liefde. Dat is de uitkomst, door alle ellende heen.

Wanneer je profetiën leest als voorspellingen dan kom je er niet mee uit, maar als je ze kunt lezen als verhalen die hoop en goede moed kunnen bieden dan kan dat helpen. Dan is het nog niet eenvoudig, maar kom je wel beter tot de kern. En misschien kun je dan andere verhalen op eenzelfde manier lezen. Bijvoorbeeld, zoals in het artikel in Trouw ook wordt meegegeven, het offer van Isaak. God zal geen kinderoffer vragen; mensen moeten ook hun kind niet gaan opofferen voor welk doel dan ook. Niet zoals dat meisje in Nigeria, 12 jaar oud zo was het vermoeden, dat zichzelf opblies op een drukke plaats in de stad. Ik zou de nadruk leggen bij het voorkomen van het kinderoffer door God. En ik zou zeggen dat God nu juist een God is die hoop biedt, toekomst open houdt op momenten dat wij dat even moeilijk meer zien.

Daarbij sluiten deze teksten aan bij onze tijd, waar ik nog al eens hoor dat het waarschijnlijk gaat om het einde der tijden. Zo kijk ik niet naar de gebeurtenissen om ons heen. Ik probeer te zoeken naar die profetische mensen die ons hoop geven. Dat gebeurt ook, de hulpverleners, de mensen die tegen alles in de rug recht houden en blijven roepen en uitstralen dat vrede kan en dat geweld nog maar zelden iets heeft opgelost.

Ds. Jan Hommes