Eigen wijsheid

“Er is, broeders en zusters, een goddelijk geheim dat ik u niet wil onthouden, omdat ik wil voorkomen dat u op uw eigen inzicht afgaat”
(Romeinen 11: 25a)

Paulus is voor ons anno 2013 soms moeilijk te doorgronden in zijn opvattingen. Naar mijn overtuiging heeft dat alles te maken met de veranderingen die in ons samenleven hebben plaatsgevonden. Echter, in de bron die Paulus voedt en waar hij steeds op terug wil vallen zijn die verschillen aanzienlijk kleiner. Paulus is een navolger van Christus, die steeds probeert mensen te verbinden met elkaar en met God. Bovenstaande tekst maakt deel uit van een verhandeling of een aanzet tot nadenken over de positie van het volk Israël en de overige volken: ook daarin probeert Paulus te verbinden. Vervolgens zegt Paulus dat wij mensen niet te veel moeten vertrouwen op onze eigen-wijsheid, want dan lukt dat niet. Mijn eerste reactie was: hoe moeten we dat dan anders doen.

Wij proberen de keuzes die we maken in ons leven altijd inzichtelijk te maken, zodat je ze kunt verantwoorden of tenminste kunt uitleggen. Zo proberen we ook onze kinderen op te voeden: je moet in het leven keuzes maken en het is belangrijk dat je weet hebt van de achtergronden waarom je doet wat je doet en waarom je laat wat je laat. Dat is toch eigen-wijsheid? Dat komt uit jezelf. Dat nadenken doe je zelf. Dat heeft te maken met verantwoordelijk zijn voor je daden, voor je manier van leven. En als ik Kuitert goed begrijp gaat het met geloven en onze verbondenheid met God net zo: alle denken over boven komt uit onszelf. Bovendien als er iemand is die eigen-wijsheid ten toon spreidt is het toch wel Paulus.

Nee, dat is niet zo. Keer op keer zegt Paulus dat hij zich afvraagt of wij mensen ons wel realiseren dat de Opstanding van Jezus ruimte maakt voor nieuw leven en dat die vernieuwing op ons toekomt. Keer op keer vraagt Paulus aan de mensen of ze wel in staat zijn los te laten om opnieuw te kunnen beginnen. En ik denk dat Paulus aan ons vandaag vraagt of we in onze eigen-wijsheid wel acht slaan op onze kwetsbaarheid en onze beperkingen, want die hebben we volop. Hij wijst op de manier waarop God met de aartsvaders is opgetrokken: als een roepstem, die mensen in de ruimte van Zijn liefde leven geeft.

Hij wijst ook op de barmhartigheid van Godswege, die mensen elkaar de ruimte geeft om bijvoorbeeld te vergeven. Hij roept op om niet zelfgenoegzaam naar binnen gekeerd te zijn als mens en als gemeente, maar open naar buiten toe, naar de mensen en alles wat er gebeurt. Daar moet je rekening mee houden, want wanneer je alleen aan jezelf denkt zal het niet goed gaan.

Het goddelijk geheim zit hem in het rekening houden en delen met anderen van je eigen kwetsbaarheid. Dat is moeilijk, maar o zo noodzakelijk.

Ik vond het eigenlijk wel mooi verwoord in een tekst van Maria de Groot, een schuldbelijdenis:

Wij belijden
dat wij in de sleur van ons leven
niet meer verwonderd zijn
wij hebben al zo veel gewoon leren vinden
dat de liefde en genade en vergeving
ons niet meer doen opspringen van vreugde

wij belijden dat wij u missen
tot in de grond van ons bestaan
maar dat wij het verlangen naar u
tot zwijgen brengen door te grijpen naar wat vlakbij is.

wij belijden dat wij zelfgenoegzaam zijn geweest
en onze armoede niet hebben beseft
voordat wij hier bij u zijn gekomen
en geen bedekking meer hebben
voor wat wij niet zijn
en voor wat wij niet deden.

Heer, neem ons in uw genade aan
schaam u niet voor de armoede van hen
die zich uw kinderen durven noemen
en leid ons op uw weg.

Ik dacht: misschien roept Paulus ons wel op dit na te zeggen en ons daar aan over te geven.

ds. Jan Hommes