1 Petrus 2: 11

EEN BETER MENS

Geliefde broeders en zusters,
u bent als vreemdelingen die ver van huis zijn; ik vraag u dringend niet toe te geven aan zelfzuchtige verlangens, die uw ziel in gevaar brengen. Leid te midden van de ongelovigen een goed leven;
1 Petrus 2: 11

Wij keken bij ons thuis met veel plezier naar uitzendingen van de Olympische Spelen. Mooie momenten wanneer iemand wint wisselen af met verdrietige wanneer iemand verliest.  Verliezen is nooit leuk, maar op dit niveau erg pijnlijk, want de sporters hebben er jaren voor geleefd en alles er aan gedaan. En het is extra zuur wanneer een jury een beslissing neemt die in jouw nadeel uitvalt terwijl je zo goed bezig was of wanneer je de sterkste was, maar onderweg tijdens de wedstrijd viel of door iemand anders achterop raakte.
Even vroeg ik mij af of de wereld er nou beter van wordt wanneer mensen op zo’n intensieve manier strijden om het allerhoogste: een gouden medaille. Competitie is nodig, zo hoor ik mensen wel eens zeggen, want je maakt elkaar beter en houdt elkaar scherp. ‘Sport is gezond, topsport niet’,  zo schreef iemand en van één van de sporters die verloor hoorden we ook dat hij dit niet meer zou doen: ‘Ik ben geestelijk en lichamelijk kapot’,  zo zei hij en toen de verslaggever vroeg wat dan dat betekent had je met de sporter te doen.
Daar keken we naar in de zomer. En wij beleefden er veel plezier aan. Misschien geldt het voor u ook wel.

Maar die vraag bleef door mijn hoofd gaan: Wordt de wereld hier nou een betere wereld van? Of misschien moet je de vraag iets dichter bij halen: wordt je hier nu een beter mens van? In onze samenleving worden er opnieuw programma’s opgezet om kinderen aan het sporten te krijgen: bewegen is ontzettend belangrijk voor mensen. En je leest dat kinderen die aan muziek doen door een instrument te bespelen ook rustiger worden in de klas en rustiger zijn, betere schoolprestaties leveren. Sporten en muziek, net zo goed als allerlei andere  dingen zijn belangrijk voor mensen, om mens te kunnen zijn zoals ze bedoeld zijn.

Hoort geloven daar eigenlijk ook bij? Daar zijn de meningen wel zeer verdeeld over. Wat mij betreft wel. Niet om zoals Petrus dat kennelijk belangrijk vindt ons af te zetten tegen mensen die ongelovig zouden zijn, ik zou ook niet weten hoe we dat onderscheid precies zouden moeten maken. Maar geloven betekent vertrouwen op een God wiens naam is ‘Ik ben er en ik zal er altijd voor je zijn’ en dat vertrouwen delen met de mensen om je heen en in de samenleving die we gezamenlijk vorm geven. En ik denk steeds vaker dat het daarvoor belangrijk is dat je niet je zelf opgeeft, niet je zelf verloochent, maar wel zo nu en dan een stapje terug doet om ruimte te maken. Vertrouwen zoals ik dat beleef is daarvoor erg belangrijk, noodzakelijk; en ruimte maken is nodig om samen op te kunnen trekken. Het is misschien wel het moeilijkste wat er is. En ik vroeg me af of sport en muziek ons dat soort zaken ook leren. Ik denk het wel. Discipline, je zelf een beetje in de hand hebben en niet toegeven aan zelfzuchtige verlangens die onze ziel in gevaar brengen. Petrus verwoordt dat denk ik wel goed en hij verbindt dat verderop in de brief met God, die ons oproept om het goede te doen. Dat is altijd weer nodig, denk ik, die oproep.

ds. Jan Hommes