Hoopvol

‘Omgordt dus de lendenen van uw verstand, weest nuchter en vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Christus.’
                                                                                              (1 Petrus 1: 13)

Verkiezingen in de VS, een tropische storm op Curacao, een vrede die met gemengde gevoelens wordt ontvangen in Colombia, zo maar wat zaken die in de wereld plaatsvinden. En soms ontdekken we dat wij er zelf mee worden geconfronteerd. Dat er dingen op ons af komen waar we nooit rekening mee hadden gehouden. Soms merken we dat vanwege de economie, dan weer doordat er vluchtelingen meer komen of omdat er onrust is over het een of ander.
Er gebeurt veel, soms heel onverwacht, in de wereld waarin wij onderweg zijn en ook in ons persoonlijke leven.  Op die manier, met dat onverwachte dat van ons een antwoord of een verandering vraagt zijn wij onderweg. En ik geloof dat wij onderweg zijn als mensen van Pasen, als mensen van het licht. Wij zijn onderweg vanuit een basisvertrouwen dat wij hier mogen zijn als mens en dat het goed is zoals we zijn; we zijn onderweg in het vertrouwen dat op de een of andere manier die steen voor het graf van de dood is weggerold en dat leven verbonden met wie ik God noem mogelijk is. Hoopvol, vol hoop, vervolgen wij ons leven. Het geeft rust en vrede  bij alles wat we meemaken, horen en tot ons nemen op de weg die we gaan wanneer we kunnen putten uit die bron voor ons vertrouwen.

Wanneer ik de brief van Petrus lees, sommige gedeelten met instemming en inspirerend, anderen met enige ergernis (over vrouwen bijvoorbeeld), ervaar ik dat vertrouwen. Dat is alleen niet een statisch gegeven. ‘Omgordt de lendenen’ heeft te maken met beweging en met onderweg zijn. Eigenlijk beweert Petrus hier dat ons verstand voortdurend op de reis-stand moet staan, het kan steeds gebeuren dat je moet opbreken. Ik begrijp dat Petrus hiermee aangeeft dat het voor ons mogelijk is om ons voortdurend in te stellen op een veranderende wereld. Waakzaam en alert zijn is nodig.
Wie had een paar jaar geleden kunnen denken dat er in Syrie zo lang en zo heftig nog steeds oorlog wordt gevoerd en dat zo veel mensen proberen dat gebied te ontvluchten? Wij moeten ons instellen op een toestroom van mensen vanuit een ander land en een andere cultuur. Of we ze nu vluchtelingen of migranten noemen. En dat doen wij als mensen van Pasen, mensen van het licht met een basisvertrouwen dat wij allemaal er mogen zijn als mens zoals we zijn.
En wie had ooit gedacht dat er in onze sterke en beschaafde samenleving een dreiging zou kunnen ontstaan van een tweedeling. We zien het gebeuren dat er mensen zijn die gebruik moeten maken van een voedselbank en een kledingbank; en ook wie daarvan gebruik moeten maken is verrassend. Wie had ooit gedacht dat wij  met onze sociale systeem dat zouden laten plaatsvinden? En het gebeurt en wij stellen ons in, niet op de voedselbank, maar op de aanwezigheid van mensen in ons midden die het niet redden. Ook mensen van Pasen, van het licht.

Zo kunnen wij ons verbinden en blijven verbinden met mensen om ons heen. Zo zijn we hoopvol onderweg. Hoop is veel meer dan verwachting. Hoop gaat tegen alles in zo nu en dan, ook tegen beter weten in. Hoop heeft voor mij alles te maken met opstanding, omdat het te maken heeft met onze werkelijkheid, maar ook met die andere werkelijkheid die ongrijpbaar is, die we niet kunnen zien, maar waar we wel uit kunnen putten. Dat betekent ook dat we er zelf in mee doen. Het vraagt een instelling van open mens zijn; het vraagt om onderweg te zijn met open ogen, open oren en een open hart. En dat maakt kwetsbaar. En tegelijk sterk. En waarom zouden we dat niet durven als mensen van Pasen? Ik maak me soms grote zorgen over wat gebeurt, tegelijk kan ik hoopvol  mijn weg vervolgen.

ds. Jan Hommes