Onze hulp

Onze hulp is in de Naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft
die trouw blijft tot in eeuwigheid
en niet los laat het werk van Zijn hand.

 Met deze woorden, uitgesproken door de voorganger, beginnen wij staande onze kerkdiensten altijd. Iedere zondag maar ook op een doordeweekse dag en het klinkt bij rouw- en trouwdiensten. Iemand van onze gemeenteleden sprak mij er op aan en vroeg zich af of je wel zo kunt beginnen. En dat roept de vraag op wat je eigenlijk doet, zegt, wilt uitdrukken wanneer je met deze woorden begint.

‘Onze hulp is in de Naam van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft’  is afkomstig uit psalm 124 en dan met name vers 8 en het vervolg is ontleend aan psalm 146:6 en psalm 138:8. Alle drie de psalmen zijn vrij korte psalmen, en ze gaan alle drie over dezelfde ervaring van hun dichter, of dat nu David is of iemand anders: de mensen zaten in nood en ze hebben het gevoel of het vermoeden dat ze het uit zichzelf niet hadden gered. God stond ze bij: dat is de Naam, die uitdrukt wat aan Mozes werd meegedeeld, ‘Ik ben er en ik zal er altijd zijn’. Alle drie de psalmen zijn dankliederen met aan het slot een belijdenis: God is eeuwig, gaat met ons mee. Met name in psalm 146 wordt gesproken op je vertrouwen stellen op mensen, die sterfelijk zijn en op God, die eeuwig is, onsterfelijk; een belangrijk thema in deze teksten.

Wanneer we de dienst beginnen is dat ook wat de basis, de ondergrond of het uitgangspunt vormt. We komen bij elkaar, maar worden gedragen door Hij die boven ons uit gaat, meer is dan wij zouden kunnen denken. Het valt mij altijd op dat mensen die weinig of niet in de kerk komen dit begin als waardevol en zinvol ervaren.

Het is een liturgische tekst en al zijn er wel wat variaties, het ligt behoorlijk vast; het betekent ook dat het uitgesproken wordt en daarmee allerlei zaken oproept. Als het goed is wordt er ruimte gemaakt, zo ervaar ik het altijd wel. Het is de ruimte van de liefde van God die ons aanziet en trouw is, ons neemt zoals we zijn. Zo is het altijd geweest en zo zal het altijd gaan.

Er is één element dat voor sommigen wel de wenkbrauwen doet fronsen. Heeft God de hemel en de aarde ‘gemaakt’? Natuurlijk, sommigen van ons weten zeker dat deze wereld nog niet zo oud is en door God gemaakt, lees het verhaal zoals dat is weergegeven in Genesis 1, de Schepping. Anderen hebben meer vertrouwen in de natuurwetenschappen en menen dat het model van een Big Bang of iets daarmee verbonden en de theorie van de evolutie uitgangspunt moet zijn.  Daarbij is als verklaring voor het ontstaan van hemel en aarde God niet meer nodig. Er wordt tot op de dag veel over gestreden; er zijn vele boeken over geschreven en de opvattingen lijken onverzoenbaar en elkaar uit te sluiten. Ik kan alleen maar vertellen hoe ik deze woorden hoor.

‘Maken’ is wat mij betreft inderdaad niet helemaal het juiste woord. ‘Scheppen’ is wat mij betreft beter en dat is ook wat ik hoor aan het begin van de dienst, dat is wat ik wil uitspreken: die hemel en aarde geschapen heeft. Scheppen is het voortdurende proces van leven geven, van vernieuwen, van oplichtende liefde die nieuwe wegen wijst, van het ordenen van wat goed is en wat niet. Scheppen is weet hebben dat alle dingen met elkaar verbonden zijn, maar niet hetzelfde. Hemel en aarde: één werkelijkheid; goed en kwaad: één werkelijkheid; mens en dier, God en sabbat: één werkelijkheid. In die werkelijkheid worden wij gedragen door Gods scheppende kracht: het water dat dreigt ons te verdrinken wordt teruggedrongen en een leefplek (een ‘Makom’ of een Mokum) ontstaat; licht en donker worden onderscheiden en steeds bewegen we ons naar het licht, iedere dag opnieuw. Scheppen is geloofstaal, dat uitdrukking geeft aan mijn vertrouwen in Hij wiens Naam onder ons leven ligt  en die met ons mee gaat met Zijn liefde, die in mensen tot ons komt. En dat blijft komen. Tot in eeuwigheid.

We beginnen de dienst niet met verklarende teksten of bezweringen, maar met ruimte maken in en rond ons zelf. Dat het altijd dezelfde woorden zijn helpen mij daarbij. Soms, wanneer we een hele andere dienst houden, vervangen we deze klassieke en vaste woorden door meer bij de tijdse woorden: ze hebben bij mij nog nooit dezelfde zeggingskracht gehad dan deze.

 ds. Jan Hommes