Tessalonicenzen 1: 2 en 3

‘Wij danken God altijd voor u allen: wij noemen u onophoudelijk in onze gebeden en gedenken dan voor onze God en Vader hoeveel uw geloof tot stand brengt, hoe krachtig uw liefde is en hoe standvastig u blijft hopen op de komst van Jezus Christus, onze Heer.

Tessalonicenzen 1: 2 en 3

Wij waren met vakantie in Zuid-Italië. Het was er heerlijk weer, de eerste dagen niet te warm, later erg warm en het was er lekker rustig. De vakanties in Italië zelf waren nog niet echt begonnen en het gewone leven ging zijn gang. En we hebben ons verwonderd. We bezochten de stad Napels en we lazen dat er in de binnenstad zo’n 40 kerken zijn. Gek genoeg kwamen we nog verder in het zuiden in kleinere stadjes iets soortgelijks tegen: in een stadje van zo’n 10.000 inwoners 20 kerken en vrijwel allemaal in gebruik. Ik heb mij niet afgevraagd hoe dat allemaal zit met de verschillende groeperingen en zo. Wel liepen we regelmatig zo’n kerk binnen om te kijken en mee te doen. Dat kon, omdat in de meeste kerkgebouwen gewoon een gemeente bij elkaar komt. Jong en oud. Kleine groepjes en grotere groepen. Wij waren onder de indruk hoe ook kleine groepen mensen, mannen en vrouwen en jong en oud de gemeente voortzetten door gewoon bij elkaar te komen en te vieren. Bidden, lezen, stil zijn. En dan op enig moment komt de priester binnen om de eucharistie met de gemeente te delen, want dat is aan hem voorbehouden. En met kleine groepjes bedoel ik 3 tot 15 mensen.

Ik vind het een teken van kracht dat het doorgaat. En zij die bij elkaar komen en vieren noemen de kerk wereldwijd onophoudelijk in hun gebeden; zij noemen ook de breuklijnen in de wereld als oorlog en geweld, de vluchtelingen die daar in die regio neergestreken zijn en een groot probleem vormen en het verdriet van gemeenteleden. We maakten twee keer een trouwdienst mee, maar veelal gewone vieringen. In de week of op zondag. En altijd werden we gastvrij ontvangen, want zoals u misschien weet wordt de vredegroet in deze kerken ruimhartig gedeeld, dus krijg ook jij de vrede van Christus toegewenst. Ook al verstonden we er bitter weinig van, we begrepen of beter we voelden waar het om ging.

Toen we weer thuis waren kwam ik bovenstaande tekst van Paulus tegen. Hoopvol. Krachtig. Ook een overweging in de discussies die in onze regio worden gevoerd over de vraag hoe we naar de toekomst kijken. We vinden het erg belangrijk dat er plaatsen zijn waar gevierd wordt. Waar het gewoon doorgaat. in Italië heb ik gezien dat dat kan, ook met hele kleine groepen. Ik heb geen idee hoe ze het voor elkaar krijgen die gebouwen bij de tijd te houden; en ook niet hoe ze in de stad aanwezig zijn als kerkelijke gemeente of hoe ze met diaconale zaken omgaan. Wel heb ik hun kracht gezien en was er van onder de indruk; ‘hoe krachtig hun liefde is’ en ik weet niet precies waarvoor. Ik hoop dat wij dat ook met ons mee kunnen nemen. Het inspireert mij in ieder geval wel om hoe klein we ook zijn er gewoon te zijn. Als gemeente van Christus. Hopend op de komst van Jezus Christus, hoe we dat ook maar precies verstaan.

Er moet een plek zijn waar de schroeiplekken van de aarde bij name worden genoemd, waar de mensen die het treft aandacht krijgen. Er moet een plek zijn waar het goede, waar de liefde die er is, waar het onberekenbare een plek heeft. Want dat is voor mij de gemeente van Christus, met het lezen van het evangelie, stil zijn en bidden, zingen en plezier hebben met elkaar. Ik hoop van harte dat we dat ook komend seizoen weer met elkaar zullen beleven.

ds. Jan Hommmes