nieuwsbrief maart 2020

Nieuwsbrief i.v.m. Corona virus

Woensdag klonk in ons dorp Glimmen het bescheiden geluid van de kerkklok. Dat was mooi en een hoopvol teken. Ik kreeg iets later berichten van andere kerken waar hetzelfde was gedaan: de klok luiden als teken van aanwezigheid en verbondenheid. En de dag voor gebed heeft velen goed gedaan, zo hoor ik van mensen.
Daarna zag ik onze minister van volksgezondheid bij het debat in de Tweede Kamer over de Corona-crisis onderuit gaan: vanwege oververmoeidheid en intense dagen.

Het zijn ook wel hele bijzondere dagen en het zullen weken en misschien wel maanden worden, we weten niet hoe het allemaal verder gaat. Wat we wel kunnen aanvoelen is dat het een ingrijpende periode is, die ook hierna nog wel het een en het ander teweeg zal brengen. Daarbij denk ik in eerste instantie aan de schade die het voor velen oplevert, maar in tweede instantie ook aan de verbindingen die deze dagen worden gelegd. Zorgen bij velen, hoopvolle tekenen van mensen die zich verbinden met elkaar.
Klokgelui, mensen die zich aanmelden om te helpen voor ouderen boodschappen te doen of medicijnen te halen, nieuwe technieken die worden uitgeprobeerd om contact te onderhouden en veel meer mooie initiatieven doen zich voor. En het zijn mensen die zich inzetten voor mensen, die omzien naar anderen. Ook kerkelijk zie ik soms bijzondere samenwerkingsverbanden ontstaan bijvoorbeeld voor een gezamenlijke viering die weliswaar in een vrijwel lege kerk plaatsvindt, maar wordt uitgezonden via kerkomroep of op andere manieren en soms enkel met geluid, steeds vaker ook met beeld. Je denkt dat het een rustige tijd is, want je kunt niet zo veel, je merkt dat het best druk is met al die activiteiten en pogingen om na te denken over wat er nog wel kan.

Zondag 8 maart was mijn voorlopig laatste dienst en ik las volgens het rooster de moeilijke tekst van Exodus 4, waarin Mozes aan zijn schoonvader vraagt om terug te mogen keren naar zijn volk dat in Egypte zit. Het is de roepstem van God die hem oproept om te gaan, omdat hij herder van mensen moet gaan worden en geen herder van schapen kan blijven. Het is een moeilijke tekst, omdat duidelijk wordt dat geroepen worden bepaald geen garantie biedt: diezelfde roepstem van God spreekt uit dat zijn opdracht niet vanzelf zal gaan en die roepstem zoekt Mozes zelfs om hem te doden, wat voorkomen kan worden door het optreden van Sippora. Als refrein in mijn uitleg had ik lied 926 opgenomen:
Als Gij niet zijt
de grond waarop ik sta
de bron waaruit ik put
de einder waarheen ik ga –
als Gij niet zijt
waar blijf ik dan
in tijd en eeuwigheid.
Een lied zonder noten, een tekst zonder muzieknotatie (tenminste in het liedboek), maar die in ieder geval mij wel raakt en bemoedigt.

Richtlijnen om te doen
De landelijke overheid heeft de richtlijnen waar wij mee te maken hebben gehandhaafd: bijeenkomsten met meer dan 100 mensen zijn verboden, afstand houden, pas op hygiene en zo weinig mogelijk fysiek contact. Als Breed Moderamen van de Classis hebben wij geadviseerd kerkdiensten niet door te laten gaan, ook al zijn er minder dan 100 mensen. Daar is grotendeels gehoor aan gegeven; een beperkt aantal kerkenraden heeft besloten de diensten wel door te laten gaan en ik begrijp dat een aantal daarvan heeft besloten voor de komende zondagen te zoeken naar alternatieven. Als Breed Moderamen herhalen wij ons advies om vieringen niet door te laten gaan vanwege de kwetsbare mensen, maar ook omdat het zo snel gaat om elkaar een hand te geven of een ander fysiek contact en omdat je niet kunt voorkomen dat ook mensen op hoge leeftijd met risico’s de dienst bezoeken.

Op vele plaatsen worden vieringen met een klein aantal mensen (hooguit 10) in de kerk gehouden en uitgezonden via Kerkomroep of op een andere manier, met geluid of ook met beeld. Dat is een alternatief, alhoewel het ook in die samenstelling belangrijk is de andere richtlijnen in acht te nemen: afstand houden, geen handen schudden en dergelijke. Ik merk ook dat gemeenten die een dergelijke voorziening niet zelf hebben aanschuiven bij andere gemeenten en dat voorgangers afspraken maken over wie voorgaat.

Bezoekwerk wordt vrijwel niet meer fysiek, dat wil zeggen met een bezoekje, gedaan, alleen in uiterste noodzaak. Dat is ook het advies. Ik begrijp dat velen proberen mensen van dienst te zijn die hulp nodig hebben: door wat vaker te bellen, een kaartje in de bus te doen, aanbieden om te helpen waar dat nodig is. Dat geldt voor predikanten/kerkelijk werkers en ouderlingen, andere ambtsdragers en gemeenteleden. Veel kerkenraden maken een nieuwsbrief voor hun gemeenteleden waarin ze uitleggen waarom ze laten wat ze laten, waarom ze de besluiten nemen zoals ze worden genomen. Van mij uit ook een oproep om duidelijk aan te geven ook op de website wat wel en niet doorgaat en op welke manier we in deze situatie het beste met elkaar kunnen omgaan.

Moeilijk is en blijft het bij een overlijden. Het advies ook van de uitvaartbranche is om de bijeenkomst die er kan zijn in kerk, crematorium of bij het graf zo klein mogelijk te houden: alleen de naaste familie; en om daarbij dan ook de nodige voorzorgen te treffen waar het gaat om hygiene en afstand houden. Maar kun je als predikant zo’n bijeenkomst voorbereiden zonder de familie daadwerkelijk te spreken? En wat doe je wanneer het een Corona-patiënt betreft of wanneer dat de partner heeft getroffen? Dat blijft maatwerk, maar ook hierbij het advies om zorgvuldig te zijn en al het mogelijke te doen om verdere besmetting te voorkomen en om vooral niet zelf besmet te raken.

Er komen vragen over kringen en catechese. Het advies is om ze niet door te laten gaan ook al zijn het kleine groepen. Ik zie en hoor dat de meeste kerkenraden dat ook doen.
Hoe lang moeten we dat volhouden? Geen mens die het weet. Ik hoor van kerkenraden die bezig zijn om een oplossing te vinden voor de paasvieringen en dat lijkt mij niet onverstandig: het lijkt er op dat Pasen midden in de problematische periode gaat vallen. We moeten goede moed houden en om met onze minister-president te spreken:
Let een beetje op elkaar. Ik reken op jullie.
En ik zou nogmaals willen toevoegen:

Als Gij niet zijt
de grond waarop ik sta
de bron waaruit ik put
de einder waarheen ik ga –
als Gij niet zijt
waar blijf ik dan
in tijd en eeuwigheid.

Mochten er vragen zijn dan kunt u mij altijd bellen dan wel mailen, ik ben beschikbaar. Ik probeer op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen bij jullie in de gemeente en er is voortdurend contact met de landelijke kerk, onze Protestantse Kerk Nederland. Kijk ook op de website van de landelijke kerk bij vragen, ook daar vind je de richtlijnen. En zoek elkaar op om vooral ook de vragen met elkaar te delen en samen te zoeken naar oplossingen; we lopen veelal allemaal tegen dezelfde zaken op.

ds. Jan Hommes, classispredikant classis Groningen-Drenthe
19 maart 2020